Wilskracht en existentie
Door Anna Kruyswijk-van der Heijden
Soms blijven mensen die ‘allang dood hadden moeten zijn’, tegen alle verwachting in leven. We zeggen dan dat ze op pure wilskracht leven. We bedoelen de vermagerde kankerpatiënt, de anorexiapatiënt, de gemartelde, uitgemergelde en mishandelde overlevende van een concentratiekamp. Wilskracht betekent het richten van de wil op een doel. De doelen kunnen zich op verschillende niveaus bevinden, in verschillende omstandigheden.
Het boek De Keuze, leven in vrijheid vertelt op aangrijpende wijze het leven van Edith Eva Eger, over haar wilskracht en de keuzes die zij maakte.1 Als 16-jarig Hongaars-Joods meisje belandt zij met haar oudere zus en ouders in de trein naar Auschwitz. Daar aangekomen verdwijnen haar ouders direct naar de gaskamers, en worden de zusjes kaalgeschoren, van een schamele jurk voorzien en samen met andere vrouwen van jonger dan 40 jaar, opgesloten in barakken. Ze worden te werk gesteld, en Edith moet, omdat zij op hoog niveau aan ballet heeft gedaan, regelmatig dansen voor de officieren en Mengele. Om te overleven houdt zij zich vast aan haar liefde voor haar familie en haar vriendje (die overigens in een ander kamp omgebracht wordt). Extreme honger, ongedierte, ziekten, vernederingen, martelingen, uitputting en de constante dreiging om vermoord te worden moeten gebalanceerd worden door de sterke band met haar zus, het delen van alles wat er aan eten is met de andere vrouwen, de liefdevolle herinneringen en een ontzagwekkende wil om te leven. Na Auschwitz volgen concentratiekamp Mauthausen en de dodenmars die bijna niemand overleeft. Meer dood dan levend en als enkelen van de weinigen worden de zussen bevrijd door de Amerikanen.
Eger trouwt, krijgt een dochter en emigreert naar Amerika, waar het immigrantengezin een armoedig bestaan leidt. Net als andere overlevenden probeert Eger het kamp te vergeten en te verdringen, maar dit lukt naarmate de tijd vordert steeds minder. Als het gezin wat meer financiële ruimte krijgt besluit ze psychologie te gaan studeren en ze promoveert. Geleidelijk aan begint ze te begrijpen wat een trauma, haar trauma, is en hoe traumatische herinneringen werken. Weglopen en ontkennen zijn op een gegeven moment geen opties meer: Eger zoekt hulp en gaat aan de slag met zichzelf. Ook haar cliënten zijn in dit proces belangrijke spiegels die haar steeds een stapje verder helpen. Uiteindelijk kan zij in het reine komen met wat haar is aangedaan, en met haar eigen schuldgevoel dat zij in leven is gebleven. Ze reist sindsdien, naast haar praktijk, de hele wereld over om te getuigen van de keuze die mensen hebben, en van de vrijheid die daardoor gewonnen kan worden.
Wilskracht vormt zich nadat een verlangen is opgekomen, het verlangen een doel heeft voortgebracht en er motivatie is ontstaan om het doel te bereiken. Als je honger hebt ontstaat het verlangen om te eten; vervolgens vormt zich het beeld van een bord stamppot. Dit levert de motivatie en de wilskracht om de deur uit te gaan om de ingrediënten te kopen. Doelen kunnen ondergeschikt gemaakt worden aan andere doelen, en dan maak je een keuze: liever eten dan een schoolboek kopen. Het maken van keuzes hangt sterk samen met je geestelijke gesteldheid, met de blik waarmee je gewoonlijk naar jezelf en de wereld om je heen kijkt. Deze kan materieel gericht zijn (dingen willen hebben), of emotioneel (angst vermijden), of mentaal (goedkeuring nastreven), of spiritueel (je zielskwaliteiten verwezenlijken).
In de transpersoonlijke psychologie, voortkomend uit het werk van onder andere Jung en Maslov, staat het integreren van ontwikkelingsfasen ‘voorbij’ het volwassen ego centraal, en wordt een hogere ontwikkeling van menselijke en spirituele waarden nagestreefd.2,3
Deze omvatten intuïtie, altruïsme, creativiteit, zelfverwerkelijking en een diep gevoel van verbinding. Ook de psychosynthese van psychiater Roberto Assagioli slaat een brug tussen de psyche en het spirituele.4 Het gebruik van wilskracht, het richten van de wil is hier belangrijk om te leren focussen op het ontwikkelen van je transpersoonlijke kwaliteiten van waaruit je de wereld waarneemt, in samenwerking met je ‘Hoger Zelf’. Door een hoger aspect van je wezen, een hogere geesteshouding, te betrekken bij het kijken naar verdriet, wanhoop, angst, woede en alle emoties die bij een trauma tevoorschijn komen, meestal vergezeld van heftige lichamelijke reacties, wordt het mogelijk het trauma diepgaand te ervaren, en vervolgens te verwerken en op een hoger plan te plaatsen.
Edith Eger maakt gebruik van haar transpersoonlijke kwaliteiten om in het concentratiekamp niet in haat te vervallen, maar haar wilskracht te richten op het overleven vanuit de liefde voor haar familie en haar vriend. En om later tijdens het verwerken van haar oorlogstrauma’s door de verschrikkelijkste emoties heen te gaan, en ze te uiten. En vervolgens om te rouwen. Rouwen gaat volgens Eger niet over wat gebeurd is, maar over wat niet gebeurd is. En weer later kan zij, met hulp van het transpersoonlijke, ook vergeven. Volgens Eger is ‘vergeven’ niet uitwissen of vergoelijken van wat de ander heeft misdaan, want deze is geheel verantwoordelijk voor het eigen handelen. Vergeven is het beeld loslaten dat het anders had moeten zijn, dat het niet gebeurd had mogen zijn. Vergeven is de hoop op een ander verleden loslaten. In het werk dat Edith Eger met talloze patiënten doet neemt zij hen mee in een dans naar vrijheid met een aantal stappen: allereerst verantwoordelijkheid nemen voor je gevoelens, die niet onderdrukt of vermeden, maar geaccepteerd en geuit moeten worden. Hiervoor is het nodig je wil te richten op het opmerken ervan, de lichamelijke reacties waar te nemen, ze te onderzoeken en aanwezig te blijven. Dan volgen de vier vragen: wat wil je, wie wil het, wat ga je eraan doen, en wanneer? En dan, vanuit het omarmen van je angsten, leren risico’s te nemen om je ware ik te realiseren. Eger zegt: ‘vrijheid ligt in het bestuderen van de voor ons beschikbare keuzes en van de gevolgen van die keuzes’. Er is altijd een keuze, niet in wat je overkomt, maar wel in hoe je ermee omgaat. Er is wilskracht voor nodig om een keuze te maken en deze ook uit te voeren.
Ook Mia Leijssen, hoogleraar psychotherapie aan de universiteit van Leuven, incorporeert de hogere menselijke kwaliteiten in haar werk met cliënten met existentiële trauma’s.5 Dit zijn trauma’s die aangrijpen aan de grond van iemands bestaan, aan het niveau van de ziel. Leijssen betoogt dat haar eigen transpersoonlijke attitude van openheid, authenticiteit en oprechte betrokkenheid bij de cliënt, essentieel is voor het bouwen aan het zelfvertrouwen en de wilskracht die de cliënt nodig heeft om de weg naar integratie te gaan. In het werk van Eger en Leijssens wordt prachtig zichtbaar hoe de therapeut-cliënt relatie geleidelijk ook een wederkerige wordt waar beiden door kunnen groeien en existeren. Wat een kans.
- Eger EE. De Keuze, leven in vrijheid. Uitgeverij Bruna, 2018, ISBN 9789400508408
- Kasprow MC, Scotton BW. A Review of Transpersonal Theory and Its Application to the Practice of Psychotherapy. J Psychother Pract Res 1999;8(1):12-23
- Walach H et al. Transpersonal psychology — psychology of consciousness: chances and problems. Psychother Psychosom Med Psychol. 2005;55(9-10):405-15
- Lombard CA. Psychosynthesis: A Foundational Bridge Between Psychology and Spirituality. Pastoral Psychol. 2017;66(4):461-485
- Leijssen M. Making space for the Inner Guide. Am J Psychother 2007;61(3):255-270
Bronvermelding:
Bronvermelding:
Anna Kruyswijk
is 30 jaar behandelend arts geweest (o.a. huisarts en integraal werkend arts). In 2008 is zij overgestapt naar preventie met de oprichting van 'Jouw Voeding', een organisatie voor cursussen, lezingen en onderwijs over voeding en gezondheid.