Cellulaire hypothyreoïdie

07 Apr, 2022

Door Angélique De Beule

Haaruitval, koude handen en voeten, moeilijk afvallen, constipatie, breinmist, vermoeidheid zijn signalen kenmerkend voor een traag werkende schildklier of hypothyreoïdie. Bij het onderzoek naar een mogelijk onderliggend schildklierprobleem wordt nog te vaak beroep gedaan op de eenzijdige serum-TSH-bepaling. Bovendien wordt het correct interpreteren van de TSH-intervalwaarden (0,4 mU/ml – 4 à 4,5 mU/ml) bemoeilijkt door omgevingsfactoren zoals leeftijd, etniciteit en de jodiumbeschikbaarheid in voeding.1-3,5,6

Om een volledig en accuraat beeld te verkrijgen van de schildklierfunctie is het belangrijk om naast de TSH-waarde zowel de totale gebonden als de vrije ongebonden waarden van de schildklierhormonen T4 en T3 te kennen. Op die manier kan er nagegaan worden of de schildklierproblemen ontstaan ten gevolge van een productieprobleem (primaire hypothyreoïdie) of een aansturingsprobleem vanuit de hypofyse (secundaire hypothyreoïdie).1,2,5,6

Daar een derde vorm van hypothyreoïdie zich vaker voordoet – hoewel de TSH-, T4- en T3-serumwaarden normaal blijken te zijn – kijken we in de orthomoleculaire zorgaanpak nog breder. Het gaat om een atypische schildklieraandoening, gekenmerkt door een T3-disbalans in de weefsels ten gevolge van een cellulair energietekort. In 2015 door endocrinoloog DeGroot gepubliceerd als het laag T3-syndroom – ook het Nonthyroidal illness syndrome (NTIS) genoemd. Een toename van de serummarker rT3 (reversed T3) correleert met een verminderde cellulaire T3-opname in de weefsels. Zo kan de cellulaire ATP-beschikbaarheid gedaald zijn na een periode van chronische stress, langdurige infecties, het gebruik van benzodiazepine-medicatie alsook na te lange/sterke dieetcycli. Het toedienen van L-tyroxine in dergelijke situaties dient volgens dr. DeGroot met de nodige voorzichtigheid te gebeuren, daar het nog tot meer reversed T3 kan leiden.4-6

De schildklierhomeostase hangt dus complementair – naast de aansturing vanuit de hypothalamus-hypofyse-schildklier as – af van de mitochondriale energieproductie. Eén van de belangrijkste stappen in dit proces is de oxidatieve fosforylatie waarbij nutriënten zoals magnesium, co-enzym Q10 en verschillende B-vitamines zoals vitamine B3 (nicotinamide) en vitamine B2 (riboflavine), een cruciale spelen. Magnesium wordt als de eerste dominosteen in het hele rijtje gezien.

Wanneer door psychische of fysieke stress het magnesiumgehalte dermate te laag komt te staan, brengt dit onvermijdelijk selenium- en CoQ10-tekorten met zich mee, vanwege de intracellulaire synergie tussen magnesium en selenium. Bij verworven mitochondriale dysfunctie dient dus in de eerste plaats magnesium gecheckt en gecorrigeerd te worden met bijvoorbeeld magnesiumcitraat (elementair gehalte van 1,4 mmol per caspule en dit drie- tot zesmaal daags) tot een minimum serumgehalte van 0,9 mmol/L is bereikt. Bij een seleniumtekort (< 80 g/l) kan er selenomethionine 200 mcg driemaal per week ingezet worden alsook aanvullend 30 mg CoQ10, afhankelijk van de biochemische behoefte van de cliënt/patiënt op dat moment.6

De cellulaire energiefabriekjes zijn ook aangewezen op de mineralen ijzer, koper en zink die samen met de vitamines B6, B2 en biotine de belangrijkste basisnutriënten vormen voor de synthese van het heemeiwit schildklierperoxidase (TPO) dat jodium gebruikt voor de T3- en T4-productie. Kortom, het is belangrijk om naast de gangbare schildkliermarkers ook onderliggende biochemische tekorten in kaart te brengen en op deze manier schildklierproblemen op een integrale manier aan te pakken.6

www.biok.center

Bronvermelding:
1. Prof Jacqueline Jonklaas, MD and Prof Salman Razvi, MD. Reference intervals in the diagnosis of thyroid dysfunction: treating patients not numbers. The Lancet Diabetes & Endocrinology June 2019.
2. Martin I. Surks, and Joseph G. Hollowell. Age-Specific Distribution of Serum Thyrotropin and Antithyroid Antibodies in the U.S. Population: Implications for the Prevalence of Subclinical Hypothyroidism. J Clin Endocrinol Metab 2007.
3. Laurberg, P. et al. Iodine intake and the pattern of thyroid disorders: a comparative epidemiological study of thyroid abnormalities in the elderly in Iceland and in Jutland, Denmark. J Clin Endocrinol Metab 1998.
4. Begoña Ruiz-Núñez et al. Higher Prevalence of ‘Low T3 Syndrome’ in Patients With Chronic Fatigue Syndrome: A Case–Control Study. Front. Endocrinol., 20 March 2018.
5. Angélique De Beule. Schildklierdisfuncties, een nutri-epigenetische analyse en regulatieM/em>. BIOK-publicatie 2021
6. Roy Moncayo et Helga Moncayo. Applying a systems approach to thyroid physiology: Looking at the whole with a mitochondrial perspective instead of judging single TSH values or why we should know more about mitochondria to understand metabolism. BBA Clinical June 2017.

is directrice en hoofddocent van het Biochemisch Instituut voor Orthomoleculaire Kennis (BIOK), een kennisplatform met als doelstelling 'Kennis delen met Passie', aan de hand van interne en externe opleidingen. Het BIOK ziet toe op wetenschappelijke relevantie, biochemische onderbouwing, authenticiteit en praktisch toepasbare kennis.

Laat een reactie achter