Mirre resinoïde en essentiële olie
10 Apr, 2024
Door Geert De Vuyst
Extracten van de Mirre doornboom kennen een eeuwenoud gebruik doorheen diverse culturen. De essentiële olie van de resinoïde nodigt de aromatherapeut uit tot het verkennen van de rijke symboliek en, geïnspireerd door de parfumerie, geurbeleving een belangrijke plaats toe te kennen in de aromapraktijk.
‘Er vloeien lauwe druppels uit haar stam, eervolle tranen, want dat druipend myrrhevocht heet naar zijn meesteres – een naam die nooit verstommen zal.’1 De doornboom Mirre (Commiphora myrrha, C. molmol) groeit op de rotsachtige woestijnbodem in landen gelegen aan of in nabijheid van de Golf van Aden: Jemen, Somalië, Ethiopië en Eritrea. In de Franse taal wordt de boom soms Bittere mirre genoemd (Myrrhe amère), om het onderscheid te maken met Zoete mirre (Commiphora erythraea). Beide soorten maken deel uit van de zogenaamde opoponax, een verzamelnaam voor balsemharsen of gomharsen of kortweg balsems uit verschillende botanische soorten. Er is echter onduidelijkheid over welke geslachten en soorten onder de opoponax noemer geschaard worden. Zo wordt Zoete mirre vaak als opoponax benoemd. Met bisabol (Hindi) wordt, afhankelijk van de bron, de Zoete mirre (Commiphora erythraea) of Commiphora guidottii bedoeld; hirabol (Hindi) is de naam voor Bittere mirre (Commiphora myrrha, C. molmol). Ook de Namibische mirre of Omumbiri mirre (Commiphora wildii) is gekend in de aromatherapie. Deze in Namibië endemische soort groeit onder meer in de Kunene regio in het noordwesten van Namibië, grenzend aan Angola. Een aantal struiken en bomen uit het Commiphora geslacht is met diverse alarmerende statussen opgenomen in de IUCN Red List. De soort Commiphora myrrha, die Mirre essentiële levert, is niet opgenomen in de lijst.
geertdevuyst.be
aroma-tijdschrift.be
Lees het gehele artikel vanaf pagina 49 in OrthoFyto 2/24.
Wilt u het gehele artikel als PDF bestand ontvangen? Bestel het dan hier voor € 3,50.
Bronvermelding:
1. Ovidius. (1997). Metamorphosen (vertaling Marietje d'Hane-Scheltema). Amsterdam: Athenaeum – Polak & Van Gennep.
2. Larre, C., & Rochat de la Vallée, E. (2005). Les mouvements du coeur. Desclée De Brouwer.
3. Mojay, G. (1999). Aromatherapy for healing the spirit. Healing Arts Press.
4. Rhind, J. P. (2014). Listening to scent. Singing Dragon.
5. Ellena, Jean-Claude, & Paillès, Lionel (2021). Petit lexique des amateurs épris d’odeurs et de parfums. Actes Sud.
6. Batiha, G. E., Wasef, L., Teibo, J. O., Shaheen, H. M., Zakariya, A. M., Akinfe, O. A., Teibo, T. K. A., Al-Kuraishy, H. M., Al-Garbee, A. I., Alexiou, A., & Papadakis, M. (2023). Commiphora myrrh: a phytochemical and pharmacological update. Naunyn-Schmiedeberg's Archives of Pharmacology, 396(3), 405–420.
7. Tisserand, R., & Young, R. (2014). Essential Oil Safety. (2 ed.). Elsevier - Churchill Livingstone.