Neemt de huid magnesium op?
02 Jan, 2017
Door: Fleur Kortekaas
Bij zweten scheiden we zouten uit, maar de huid is niet gebouwd om zouten op te nemen. Primair is het namelijk onze eerste barrière tegen indringers van buiten; zou de huid zout opnemen dan zou bijvoorbeeld een zoutbad, of een crème met (natrium)zouten ongewenste gevolgen kunnen hebben. Traditioneel wordt Dode-zeezout of Epsom als kuurzout gebruikt bij diverse huidaandoeningen. En hoewel pijnlijk bij aanvang, is deze behandeling volgens de overlevering over het algemeen effectief om de huid tot rust te brengen. Het is de vraag of er tijdens deze baden zout uitsluitend op de huid inwerkt, of dat zout ook daadwerkelijk opgenomen wordt door de huid (N. C. Chandrasekaran et al., 2014).
Omdat opname van magnesiumionzouten via de huid omstreden is, hebben Australische onderzoekers op huidmonsters opnametesten uitgevoerd (Navin Chandrakanth Chandrasekaran et al., 2016). Ze onderzochten de mate van het doordringen van magnesium door de hoornlaag en de rol die haarfollikels daarin speelden. De hoornlaag of het stratum corneum is de buitenste laag van de huid, de (dode) bovenste laag van de opperhuid. Uit hun studie blijkt dat magnesium de hoornlaag wel doordringt, en dat dit proces afhankelijk is van de uitwendig aangebrachte concentratie magnesium en de tijdsduur waarin de huid wordt blootgesteld aan magnesium. Ze ontdekten dat haarfollikels een belangrijke bijdrage leveren aan dit proces.
Het hele artikel is hier te lezen. (Wanneer u op linkpagina bent, bevindt zich naast de titel een kader met daarin ‘PDF’, wanneer u die aanklikt komt u uit bij het volledige artikel)
Bronnen:
Chandrasekaran, N. C., Sanchez, W. Y., Mohammed, Y. H., Grice, J. E., Roberts, M. S., & Barnard, R. T. (2016). Permeation of topically applied Magnesium ions through human skin is facilitated by hair follicles. Magnesium Research, 29(2), 35–42.
Chandrasekaran, N. C., Weir, C., Alfraji, S., Grice, J., Roberts, M. S., & Barnard, R. T. (2014). Effects of magnesium deficiency – More than skin deep. Experimental Biology and Medicine, 239(10), 1280–1291.