Natuurvoeding voor lever en gal
08 Oct, 2018
Door: Henny de Lint
Een overbelaste lever is een veelvoorkomend probleem in onze huidige tijd. Voor lever- en galproblemen die nog omkeerbaar of minder ernstig zijn, bestaan er een aantal relevante natuurvoedingsadviezen. Omdat de lever een groot herstelvermogen heeft, kan met dit soort adviezen al een grote verbetering optreden.
Binnen de natuurgeneeskundige praktijk komen we regelmatig een ‘overbelaste’ lever tegen zonder dat er sprake is van vastgestelde leverziekten. De therapie dient in die gevallen gericht te zijn op een zo laag mogelijke leverbelasting en ondersteuning van belangrijke leverfuncties. Speelt het ‘lekkende darmsyndroom’ een rol bij een overbelaste lever, dan dient dit als eerste aangepakt te worden. De interactie tussen voedingsfactoren, darmmicrobiota en de integriteit van de darmbarrière staat volop in de belangstelling, maar vraagt – zeker in relatie tot leveraandoeningen – nog veel onderzoek. Ook een slechte spijsvertering, overgevoeligheden of parasitaire infecties kunnen een (mede)oorzaak zijn. Hieronder volgen algemene praktische adviezen om de lever te sparen1-3, uiteraard aan te passen aan de betreffende cliënt. Ook eventueel noodzakelijke supplementen of kruiden worden individueel, ook qua dosering, voorgeschreven.
Paracelsus (1493-1541) vermeldde al in de 16e eeuw dat ‘de dosis het vergif maakt’, ofwel dat alles uiteindelijk giftig is, als de geconsumeerde hoeveelheid maar groot genoeg is. Daar komt het bekende advies zoveel mogelijk te variëren en alles met mate te gebruiken vandaan.
Gebruik zoveel mogelijk natuurvoedingsproducten met een biologisch of Demeter-keurmerk. Planten maken toxines aan om zich te beschermen tegen vraat en ziekten. In grote hoeveelheden zijn die stoffen weliswaar giftig, maar in kleine beetjes kunnen ze ons eigen, endogene systeem zodanig opjutten dat ze gezondheidsbevorderende effecten kunnen hebben. Biologische en biologisch-dynamische levensmiddelen bevatten mogelijk meer van die ‘gifstoffen’ dan producten met veel gewasbeschermingsmiddelen geteelde producten.
Vaak wordt geadviseerd om geen cafeïne te gebruiken. Dan gaat het om koffie, (zwarte, witte en groene) thee, cacao (chocolade), cola en energydrank. Deze laatste twee zijn sowieso niet aanbevelenswaardig, maar koffie (zowel normaal als cafeïnevrij) zorgt juist voor lagere niveaus
schadelijke stoffen in de lever. Andere bestanddelen in koffie (zoals diterpenen, cafestol, kahweol en polyfenolen) hebben mogelijk een beschermend effect op de lever. Er is zelfs een omgekeerde relatie aangetoond tussen koffieconsumptie en de kans op ernstige leverziekten, zoals levercirrose en leverkanker.1 Meer onderzoek is nodig om het exacte effect te bepalen en de optimale hoeveelheid koffie vast te stellen.
- Saab, S., Mallam, D., Cox, G. A., et al. (2014). Impact of coffee on liver diseases: A systematic review. Liver International, 34, 495–504.
- Hannah, W. N., Jr., & Harrison, S. A. (2016). Lifestyle and dietary interventions in the management of nonalcoholic fatty liver disease. Digestive Diseases and Sciences, 61(5), 1365–1374.
- Mandair, D. S., Rossi, R. E., & Pericleous, M. (2014). The impact of diet and nutrition in the prevention and progression of hepatocellular carcinoma. Expert Review of Gastroenterology & Hepatology, 8(4), 369–382.
- Portincasa, P., Ciaula, A. di, & Grattagliano, I. (2016). Preventing a mass disease: The case of gallstone disease: Role and competence for family physicians. Korean Journal of Family Medicine, 37, 205–213.
- Pozo, R. del, Muñoz, M., Dumas, A., Tapia, C., Muñoz, K., Fuentes, F., … Jüngst, D. (2014). Efecto de la ingesta de vitamina C en el proceso de formación de cálculos biliares de colesterol. Revista Médica de Chile, 142(1), 20–26.