Het medisch bedrijf
09 Oct, 2017
Door: Anna Kruyswijk-van der Heijden
Tijdens het opruimen van mijn werkkamer kwam ik een boek tegen van Ivan Illich, een manifest met als titel ‘Het medisch bedrijf – een bedreiging voor de gezondheid?’. Het deed tijdens mijn studie in de jaren zeventig van de vorige eeuw veel stof opwaaien. De ondertitel luidde: ‘Door pijn, ziekte en dood tot een technisch probleem te herleiden ontneemt de medische wetenschap de mens zijn vermogen zelfstandig zijn leven in te richten’.
Illich (1926-2002), een veelzijdig wetenschapper, filosoof, publicist en theoloog, stelde zich teweer tegen wat hij noemde de institutionalisering en medicalisering van het leven. In de jaren zeventig kwamen steeds meer geneesmiddelen en behandelingen voor steeds meer klachten en aandoeningen beschikbaar, en groeide de institutionalisering van de geneeskunde en de medische wetenschap. Illich maakte zich grote zorgen over de toename van de schadelijke effecten hiervan, die hij iatrogenese noemde. Het woord iatrogeen betekent ‘door toedoen van de arts’. Illich doelde niet alleen op bijwerkingen van geneesmiddelen en schade door behandelingen, maar ook op de waarneming dat ‘diagnose en therapie aan de persoon van de zieke voorbijgaan, waardoor fouten in de praktijkbeoefening tot technische in plaats van ethische problemen worden’.
Illich onderscheidt drie vormen van iatrogenese: de klinische (de weerloze patiënt die geen deel uitmaakt van de behandeling maar eraan wordt onderworpen, en die door bijwerkingen steeds andere problemen ondervindt), de sociale (steeds meer mensen worden als ziek bestempeld en worden opgenomen in het medisch bedrijf waarvan zij levenslang afhankelijk zullen zijn) en de structurele iatrogenese (het verlammen van gezonde antwoorden op lijden).
Daarnaast beschrijft Illich dat dit proces van ‘iatrogenese’ zich in alle onderdelen van de samenleving afspeelt, zoals onderwijs, politiek, voedselproductie en milieu.