Lab-onderzoek en steroïdhormonen
03 Dec, 2020
Door: Jacqueline Elferink
Het meten van de steroïdhormonen oestrogeen, progesteron, DHEA, cortisol, testosteron en hun onderlinge verhouding kan inzicht geven in de oorzaak van hormonale klachten bij zowel vrouwen als mannen. Bij beide seksen worden echter verschillende referentiewaarden gehanteerd. Hoe meet je nu de hormoonwaarden, en hoe weet je of deze uit balans zijn? Een speekseltest blijkt dan betrouwbaarder dan een bloedtest.
Hormonen zetten ons in beweging en verrichten andere belangrijke functies in ons lichaam. Ze hebben daarin hun eigen ritme. Als gevolg van verstoring van de natuurlijke cyclus van hormonen, maar ook door een tekort of overschot van steroïdhormonen en/of de vrije hoeveelheid daarvan, kunnen diverse klachten ontstaan. Zoals bij vrouwen heftige menstruaties (hypermenorroe) of juist het uitblijven van menstruatie (amenorroe), stemmingswisselingen, hoofpijn, gespannen borsten, haaruitval, vocht vasthouden, of verminderd libido. Bij mannen gaat het onder meer om stemmingswisselingen, impotentie, gebrek aan energie, verminderd libido, en/of onvruchtbaarheid.
Hormoondiagnostiek is laagdrempelig uit te voeren en kan helpen bij het onderscheid maken tussen diverse hormonale disbalansen in zowel de gonaden als de hypothalamus- hypofyse-bijnier(HPA)-as en het vermoeden van de (peri)menopauze. Door binding van een hormoon aan zijn specifieke receptor wordt een complex gevormd, dat de doelcel aanzet tot het uitoefenen van zijn functie. In het bloed zijn steroïde hormonen gebonden aan de zogenaamde transporters; de Sexual Hormone Binding Globuline (SHBG) en/of de eiwitten transcortin of albumine. Deze transporters zijn te vergelijken met bootjes waarop de hormonen varen; daarnaast kunnen hormonen zich ook vrij bewegen.
Bij bloedonderzoek wordt altijd de gezamenlijke hoeveelheid hormonen onderzocht; de actieve, vrije hoeveelheid van het hormoon en het aan de eerder genoemde transporters gebonden deel. Bij een bloeduitslag van een steroïdhormoon is daarom niet duidelijk welk deel hiervan vrij is, en welk deel gebonden aan bijvoorbeeld SHBG, transcortine en/of albumine. Wil men bij bloedonderzoek inzicht krijgen in de concentratie vrije, actieve hormonen dan zullen ook diverse eiwittransporters gemeten moeten worden en ingewikkelde berekeningen worden uitgevoerd. Het is kortom via bloedonderzoek niet mogelijk nauwkeurig inzicht te krijgen in het vrije deel.
- Lu Y, Bentley GR, Gann PH, Hodges KR, Chatterton RT. Salivary estradiol and progesterone levels in conception and nonconception cycles in women: evaluation of a new assay for salivary estradiol. Fertil Steril. 1999;71(5):863-868.
- Ellison PT, Lipson SF. Salivary estradiol -a viable alternative? Fertil Steril. 1999;72(5):951-952.
- Kivlighan KT, Granger DA, Schwartz EB. Blood contamination and the measurement of salivary progesterone and estradiol. Horm Behav. 2005;47(3):367-370.
- Clements AD. Salivary cortisol measurement in developmental research: where do we go from here? Dev Psychobiol. 2013 Apr;55(3):205-20.