Verminderen van allergische rhinitis met probiotica

19 Feb, 2025

Allergische rhinitis (AR) is een hardnekkige ontsteking van het slijmvlies van de neus. Mensen met allergische rhinitis hebben last van een verstopte neus, een aanhoudende loopneus, niezen en jeuk aan de neus. Onevenwichtigheden in de intestinale microflora kunnen het immuunsysteem beïnvloeden via het mechanisme van de darm-long-as, wat op zijn beurt leidt tot verstoringen in de immuunstatus van het lichaam. Deze verandering heeft een aanzienlijke invloed op de ontwikkeling en progressie van allergische aandoeningen zoals AR. Daarom zijn probiotica naar voren gekomen als een veelbelovende behandelingsoptie voor AR. Deze meta-analyse heeft de effectiviteit van verschillende probiotische soorten bij de behandeling van allergische rhinitis geëvalueerd.

In de studie werden 31 gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken (RCT's) opgenomen, met 2.544 patiënten met allergische rhinitis. De belangrijkste uitkomsten waren de totale neussymptoomscore (TNSS), de globale scores van Rhinitis Quality of Life (RQLQ), de niveaus van totaal- en specifiek-IgE, het aantal eosinofielen in het bloed, het effectiviteitspercentage en bijwerkingen.

Wat betreft het verlagen van TNSS was Saccharomyces het meest effectief, gevolgd door een probiotisch mengsel, Bifidobacterium, Enterococcus faecalis, Lactobacillus en Bacillus. Het minst effectief was een conventionele therapie. Voor het verlagen van RQLQ bleek een probiotisch mengsel het meest effectief, gevolgd door Lactobacillus en Enterococcus faecalis. Ook hier was een conventionele therapie het minst effectief. Om het totaal-IgE te verlagen scoorde het probiotisch mengsel het beste, gevolgd door Bifidobacterium, Lactobacillus en Tetragenococcus halophilus. Wederom scoorde de conventionele therapie het laagst. Specifiek-IgE verlaagde het meest met een probiotisch mengsel, gevolgd door conventionele therapie, Bifidobacterium en Lactobacillus. Hier scoorde Leuconostoc het laagst. Voor het verlagen van het aantal eosinofielen in het bloed bleek Lactobacillus het beste te scoren, gevolgd door conventionele therapie en daarna een probiotisch mengsel. Voor het verbeteren van het effectiviteitspercentage kwam Saccharomyces het beste uit de bus, gevolgd door een probiotisch mengsel en tot slot een conventionele therapie. Er werden geen ernstige bijwerkingen gerapporteerd wat betreft veiligheid.

Samenvattend concluderen de onderzoekers dat probiotische mengsels het effectiefst kunnen zijn in het verlagen van RQLQ, totaal-IgE en specifiek-IgE. Saccharomyces kan het meest effectief zijn in het verlagen van TNSS en het verbeteren van het effectiviteitspercentage. Lactobacillus kan het meest effectief zijn in het verlagen van het aantal eosinofielen in het bloed. Over het algemeen vertoonden probiotische mengsels de beste gecombineerde effectiviteit.

Bronvermelding:
Lu, C. & et al. (2025). Efficacy of different probiotic regimens for allergic rhinitis: A network meta-analysis. Complementary Therapies in Clinical Practice, 59: 101954.

Verzameling van artikelen van schrijvers die op niet-regelmatige basis voor ons schrijven.

Laat een reactie achter