Voeding verlaagt risico op prostaatkanker
23 May, 2024
Onderzoek heeft aangetoond dat prostaatkanker sterk kan samenhangen met erfelijke factoren. Wetenschappers hebben nu ontdekt dat mannen met een gezonde leefstijl minder risico lopen op ernstige prostaatkanker als ze genetisch vatbaar zijn voor de ziekte. Tot nu toe was echter niet bekend hoe voeding hierbij een rol speelt.
Tijdens een langlopend onderzoek werden meer dan 10.000 mannen gevolgd gedurende 26 jaar. Deze mannen waren allemaal genetisch getest als onderdeel van de Health Professionals Follow-up Study. Met behulp van een speciale score konden onderzoekers het genetische risico op prostaatkanker vaststellen. Vervolgens keken ze naar vijf verschillende eetgewoonten om te zien welke invloed die hadden op het risico op prostaatkanker. Gedurende de studieperiode kregen 2133 mannen te maken met prostaatkanker, waarvan er 253 aan overleden. Het bleek dat mannen met een hoger genetisch risico die een voedingspatroon volgden dat het risico op diabetes verlaagt, minder kans hadden op prostaatkanker. Ook mannen die voedsel aten dat de insulineproductie in hun lichaam laag hield, hadden minder kans op deze vorm van kanker. Mannen die een gezonde leefstijl hadden, met een gezond gewicht, regelmatige lichaamsbeweging en een dieet dat insulineresistentie tegengaat, hadden een veel lager risico op ernstige prostaatkanker dan mannen met een ongezonde leefstijl. Voor hen was het risico op ernstige prostaatkanker 3,4 procent, terwijl het voor mannen met een ongezonde leefstijl 9,5 procent was.
Het onderzoek suggereert dat het aanpassen van het voedingspatroon om insulineresistentie en chronisch verhoogde insulinespiegels te verminderen, kan helpen bij het voorkomen van ernstige prostaatkanker, vooral bij mannen die genetisch een hoger risico hebben op de aandoening.
Bronvermelding:
Zhang, Y., Stopsack, K. H., Song, M., Mucci, L. A., Liu, B., Penney, K. L., ... & Plym, A. (2024). Healthy dietary patterns and risk of prostate cancer in men at high genetic risk. Int J Cancer, 155(1):71-80.